Obesitas en voedseltekort

Obesitas neemt toe.

Er zijn verhalen over obesitas, die duiden op een voedseloverschot en er zijn verhalen over een dreigend tekort aan voedsel in de wereld. Wat moet de agrarische ondernemer in Nederland met deze tegenstrijdige verhalen.

Net als in de Verenigde Staten lijden ook in Nederland en andere Europese landen steeds meer mensen aan obesitas. Dit betekent dat mensen meer voedsel eten dan dat ze nodig hebben. Daarnaast zien we de bevolking in Europa steeds meer vergrijzen, de bevolkingstoename is minimaal en is in een aantal landen zelfs al negatief. Dit betekent dat de komende jaren de totale behoefte aan voedsel zal stabiliseren of teruglopen. Als je daarnaast bedenkt dat tussen de 30% en 40% van al het voedsel dat wordt geproduceerd uiteindelijk wordt weggegooid dan is er nog veel efficiëntie te behalen. In dit geval betekent efficiëntie dat er minder hoeft te worden geproduceerd. In een markt waar nu al regelmatig overschotten voorkomen is dit geen goed nieuws.
Nederland loopt voorop in het efficiënt produceren van voedsel. We zien dat de kennis niet tot Nederland beperkt blijft. De machines, stalsystemen, klimaatsystemen en kennis over voeding worden over de rest van Europa en de rest van de wereld verspreid. Dit is logisch en is een goede zaak. Het tast echter wel de concurrentiepositie van de agrarische ondernemer in Nederland aan.
Maar hoe zit het dan met het voeden van 9 miljard monden die we over een aantal jaren mogen begroeten? De wereldbevolking neemt inderdaad toe en in veel gebieden neemt ook de koopkracht toe. Het is echter de vraag of de extra hoeveelheid voedsel die hiervoor nodig is, in Europa zal worden geproduceerd. In een duurzame ontwikkeling past het om te produceren daar waar het nodig is.

Voor ondernemers in de agrarische sector zijn er drie richtingen om verder te ontwikkelen.
De eerste is om je niet te richten op de hoeveelheid, maar meer op de kwaliteit. De consument in Europa heeft behoefte aan duurzaam geproduceerd voedsel van hoge kwaliteit. De Nederlandse agrarische sector zal als eerste in staat moeten zijn om deze nieuwe kwaliteitsstandaard te bereiken.
Ten tweede kan de ondernemer zich niet meer laten beperken door een verdienmodel waarin hij alleen maar voedsel produceert. Waarom kan hij naast voedsel geen producent zijn van andere producten zoals energie en mineralen.
Gelukkig zien we ook op dit vlak dat ondernemers de handschoen oppakken.
De derde richting is de combinatie met de bio-based industrie. Nu al wordt er niet alleen voedsel geproduceerd op de landbouwgronden, maar wordt er ook energie geteeld die door de biogasinstallaties wordt vrijgemaakt. Het is goed denkbaar dat plantaardige of dierlijke producten niet alleen dienen als basis voor de voedselindustrie, maar ook als basis voor andere industrieën. Dit geeft een totaal nieuwe dynamiek.
Er zijn zeker ondernemers die deze uitdagingen oppakken. Helaas is dit nog beperkt tot een kopgroep. Teveel ondernemers gaan door op het huidige spoor en lopen het risico de boot in de toekomst te missen.

Dit bericht is geplaatst in Algemeen, Landbouw, Marketing, Tuinbouw, Veeteelt. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.